De strijd voor gelijke rechten in muziek: toen en nu

Meike Jentjens
Als onderdeel van een reeks voor Effenaar50 worden toonaangevende vrouwen uitgelicht van toen en nu. Zij die een verbindende factor hebben en de planken van het Effenaar-podium losspelen. Het is belangrijk juist deze vrouwen in de spotlight te zetten, omdat hun wereld nog altijd door mannen wordt gedomineerd.
Meike Jentjens | 07.04.2022
Wie nog twijfelt of de muziekindustrie een mannen- of een vrouwenwereld is en of dit onderwerp leeft of niet, hoeft niet ver te zoeken. Vrouwen worden minder gedraaid op de radio, signaleert de Correspondent in 2017, ze komen minder vaak voor in de Top 2000, schrijft Aafke Romeijn in 2018 in Trouw, én ze zijn verreweg minder te zien op Nederlandse festivals dan mannen, blijkt uit onderzoek van OneWorld. Daarnaast verdienen ze met het werk dat ze hebben ook nog een stuk minder, blijkt uit cijfers van Buma/Stemra.
50402726
Foto: Hans Joachim Schrîter
Gelijke kansen
Rechtenorganisatie en belangenbehartiger Buma/Stemra publiceert bijna jaarlijks een rapport met de strekking dat vrouwen ‘ondervertegenwoordigd zijn in de muziek’. Zo ook begin 2022, met dit jaar een bijpassende campagne die de positie van vrouwen in de muziekindustrie moet verbeteren en de kansen naar een gelijk niveau moet trekken. Nederlandse festivals proberen al sinds 2018 de line-up in ieder geval iets gelijker te programmeren volgens NPO 3FM, maar nog zonder succes, schrijft Hiphop In Je Smoel vorige maand.

Op het grootste showcasefestival van Europa, Eurosonic Noorderslag (ESNS), werden in januari van dit jaar allerlei panels georganiseerd om gelijkheid onder professionals in de muziekindustrie te bespreken, maar een 50/50 verdeling van mannen en vrouwen als sprekers in die panels, werd door de organisatie zelf niet gehaald. De Popprijs wordt ook jaarlijks uitgereikt op het festival en wordt gezien als de belangrijkste prijs voor popmuziek in Nederland. De prijs is al 32 keer uitgereikt door een vakjury, waarvan zes keer aan een act waar een vrouw in zit, of aan een artiest die een vrouw is.

Ook de jaarlijkse Pop Media Prijs die op ESNS wordt uitgereikt aan de persoon of titel die dat jaar de beste journalistieke bijdrage heeft geleverd aan de popmuziek, ging naar een man. De prijs ging afgelopen januari naar 3VOOR12 journalist Timo Pisart, die zich persoonlijk al jaren inzet en uitspreekt voor meer vrouwen in de muziekindustrie. Ze lijken er nog niet te zijn. Deze prijs wordt al sinds 1994 uitgereikt en van de 28 prijswinnaars sindsdien, zijn er in totaal twee vrouw. Maar hoe kan dit, als het onderwerp dus wel leeft?
ESNS
Foto: Ewa Piotrowska | Uitreiking ESNS Pop Media Prijs
Zijn ze er wel?
Een vaak gehoord argument is dat ze er gewoon minder zijn, vrouwen die muziek maken of willen werken in de muziekindustrie. Voorafgaand aan de prijsuitreiking vroegen de genomineerden van de Pop Media Prijs zich in het kader van het kleine aantal vrouwelijke muziekjournalisten af ‘of ze zich wel aanmelden bij journalistieke opleidingen’, die vrouwen. Er waren door de organisatie geen vrouwen genomineerd of uitgenodigd als gast in de zaal om hierover mee te praten. 


Een ander vaak gehoorde reden om geen of minder vrouwen te boeken op festivals is dat ‘de kwaliteit hoog moet blijven’ en er daardoor niet alleen naar gender en geslacht gekeken kan worden. 
Dat er door dit argument vaak netto amper vrouwen op de line-up staan, lijkt daardoor niet als probleem te worden gezien. De gevolgen hiervan zijn dat de helft van de samenleving zich niet kan herkennen in de line-up van festivals en er hierdoor ook weinig rolmodellen zijn voor vrouwen die ook de muziekindustrie in willen, om van een pure mannelijke energie op festivals nog maar niet te spreken.
Vrouwelijke grondleggers
Het probleem is ook niet dat ze er niet zijn, die muzikale vrouwen. De documentaire Sisters With Transistors vertelt bijvoorbeeld het vrij onbekende verhaal van de vrouwen die betrokken zijn geweest bij het uitvinden van apparaten en technieken die de basis hebben gelegd voor de elektronische muziek zoals we die nu kennen. Zonder vrouwen als sound engineer Daphne Oram, componist Bebe Barron en pionier Suzanne Ciani, hadden de mannen die nu de elektronische scene domineren, volgens onderzoek van female:pressure, die muziek nooit kunnen maken.
pagina36_sadistasisters
Sadista Sisters | Memories Can’t Wait, pagina 36
Memories Can’t Wait
Dichterbij huis is het niet altijd beter. Het boek dat Effenaar heeft uitgebracht voor haar 40-jarige bestaan, inmiddels tien jaar geleden, legt een blinde vlek bloot. Het boek getiteld Memories Can’t Wait brengt belangrijke en toonaangevende muzikanten in beeld, die vanaf 1970 door de jaren heen in de Effenaar hebben gespeeld. Aan de hand van verschillende subculturen die zich hebben ontwikkeld met de tijd, blikt de schrijver per paar jaar terug op een rijke geschiedenis aan popcultuur in Eindhoven. Deze geschiedenis is echter wel een beetje eenzijdig. Het duurt maar liefst 36 pagina’s voordat de lezer een vrouw tegenkomt in het boek – en van de in totaal 66 artiesten en groepen die zijn geportretteerd, zijn of bevatten er slechts zes acts vrouwen. Dat is nog geen 10 procent.
Nasmak met Truus de Groot | Live 1979
Effenaar 50
Dit jaar bestaat Effenaar 50 jaar en biedt dit platform een kans om het beter te doen op het gebied van representatie.

Een van de vrouwen die is afgebeeld in het 40-jaar Effenaar boek, is Truus de Groot. Zij was zangeres van de experimentele newwaveband Nasmak en één van de kenmerkende muzikanten die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig veelvuldig in de Effenaar speelde. In Memories Can’t Wait noemt zij de Effenaar een echte ‘teen bad boy tent, waar best vaak gevochten werd.’ 



Ze woont tegenwoordig in Californië, maar haalt graag herinneringen op aan haar tijd in Eindhoven. De Groot was naar eigen zeggen erg jong toen ze begon met haar muzikale carrière; ze was 18 in het einde van de zeventiger jaren toen ze begon met optreden. Het was de tijd van Joan Jett, Janis Joplin en natuurlijk Fleetwood Mac’s Stevie Nicks. De sterren door wie de Nasmak-frontvrouw zich liet inspireren waren Poly Styrene, Lene Lovich en Yoko Ono. Vrouwelijke artiesten lagen voor het oprapen. Aan talent geen gebrek.
Nasmak01_PeterCox
Foto: Peter Cox | Nasmak met Truus de Groot
Oubollige rockers
‘De muziekwereld was in de 70’s erg gedomineerd door mannen. Nog steeds eigenlijk; wat mij betreft is er weinig veranderd’, vertelt De Groot. Ze raakte hierdoor alleen maar meer gemotiveerd om harder te werken. Fel van aanleg en met een zelfbenoemde ‘fuck you-attitude’, trok ze de rockwereld in. ‘Je had oubollige rockers die vrouwen alleen in een koortje wilden zien zingen, maar dat ging er bij mij niet in. Het was vaak niet makkelijk, maar ik liet me niet snel intimideren.’ Om serieuzer genomen te worden, ging De Groot een instrument spelen. Het werd een basgitaar. Toch bekroop haar steeds het gevoel dat ze niet geprezen zou worden voor haar kunsten. ‘Mannen hebben gewoon een hele andere aanleg, ze stellen zich anders op om hun vaardigheid te tonen. Het is en blijft een mannenclubje, die steunen elkaar een beetje.’
Nasmak02_PeterCox
Foto: Peter Cox | Nasmak met Truus de Groot
De energie van de eighties
Gelukkig kwam daar in de tachtiger jaren de punk- en newwave-movements, waar het niet meer uitmaakte of je man of vrouw was en volgens De Groot ‘ook niet of je een instrument kon spelen’. De muziek en de boegbeelden werden meer androgyn, waaronder nieuwe inspiratiebronnen voor De Groot, zoals David Bowie, Bryan Ferry en Alex Harvey.

De Groot splitste zich in 1981 af van Nasmak toen ze naar New York verhuisde en ging verder met haar eigen band Plus Instruments, waarmee ze vaak experimenteerde met elektronische muziek en tapes. Samen met drummer David Linton en gitarist Lee Ranaldo, die later lid werd van Sonic Youth, maakte ze elektronische postpunk. Haar platen worden nog regelmatig opgeduikeld door dj’s en van het internet afgeplukt voor remixes.

Die sound werkt nog altijd door in de muziek van nu. Iemand die zich vandaag de dag laat inspireren door de jaren tachtig, is de Belgische Sylvie Kreusch. De voormalig Warhaus-zangeres speelt op donderdag 7 april 2022 in de Effenaar, met een show vol synthesizers, zang-echo’s en theatrale klanken. Kreusch timmert hard aan de weg om de queen van de synthpop te worden en met haar klassieke en uitgesproken look draagt zij dezelfde boodschap uit als Truus de Groot toentertijd: ‘Fuck you, nu is het onze tijd’.


Waar Kreusch vaker in interviews gevraagd wordt naar de bekende man met wie ze eerder een aantal jaar samen was of simpelweg omschreven wordt als de ex-lief van, vraag ik als schrijver van dit stuk – ook vrouw, feministisch van aard, en in het midden van dezelfde mannelijke industrie – naar hoe zij deze ‘wereld’ nu beleeft.
Sylvie Kreusch – Let It All Burn, 2021
(On)zekerheid
De zangeres doet niet verlegen aan als artiest. Toch heeft ze het gevoel dat ze veel tijd verloren is aan onzeker zijn. ‘Ik had het altijd gevoel dat ik niet goed genoeg was om mijn eigen nummers te creëren en te schrijven, omdat mensen me tijdens mijn jeugd vertelde dat ik gewoon maar een mooi meisje was dat kon zingen’, vertelt ze. Op haar 25e vond Kreusch de kracht om haar eigen soloproject te beginnen, waarbij ze geïnspireerd werd door de creatieve vrouwen om haar heen. Vijf jaar later staat ze voor andere problemen. ‘Nu ben ik 30 geworden en heb ik het gevoel dat er niet veel tijd meer voor mij is in deze branche. Ze willen dat we er jong en fris uitzien, anders zijn we niet meer relevant. Ik kan me niet eens voorstellen dat ik moeder zou worden en nog elk jaar platen zou maken. Het is alsof we een keuze moeten maken. Maar f*ck dat: we kunnen het allebei!’
Sylvie Kreusch is donderdag 9 april te zien in de Kleine Zaal van de Effenaar. Tickets zijn te koop via de website van Effenaar.

Rubriek ‘Nu is het onze tijd’ zet iedere maand een spotlight op toonaangevende vrouwen in de vijftigjarige geschiedenis van Effenaar en sleutelfiguren uit de de muziekindustrie van het nu.

LEES VERDER